Als salarisadministrateur hebben we er allemaal mee te maken: De WAZO-uitkeringen. Uitkeringen voor zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptie- of pleegzorgverlof, aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof. Verschillende verlofsoorten die in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) zijn geregeld.
Wanneer de werkgever de WAZO-uitkering aan de medewerker als voorschot doorbetaalt, hebben we in de praktijk een aantal uitdagingen:
In het verleden was het heel normaal dat bijvoorbeeld het zwangerschaps- en bevallingsverlof niet als uitkering werd verwerkt in de salarisadministratie. Als het al werd doorgegeven. En ook nu komt dit nog regelmatig voor. Het loon van de medewerkers moet toch gewoon worden doorbetaald, dus het apart verwerken van de WAZO-uitkering lijkt dan overbodig.
Met de komst van de WAB en het vooruitzicht dat de uitkering op een aparte IKV en soort inkomen moet komen, is het bij veel salarisadministrateurs wel duidelijk dat de WAZO-uitkering apart in de salarisadministratie moet worden opgenomen. Doordat over een uitkering altijd de lage Awf-premie en de hoge Aof-premie moet worden berekend, kan er ook daadwerkelijk een verschil in berekening zitten tussen het salaris en de uitkering.
Gelukkig is het belang van de juiste verwerking van de WAZO-uitkeringen tegenwoordig ook bij de meeste payrollapplicaties duidelijk en hebben zij de mogelijkheid ontwikkeld om dit op een juiste manier te verwerken.
Bij veel salarisadministraties wordt de berekening van de te betalen uitkering gedaan op basis van (70% van) het dan geldende salaris. Dat is ook niet vreemd want bij de meeste payrollapplicaties is dit ook de standaard inrichting van de uit te betalen WAZO-uitkeringen.
Toch kan er een groot verschil zitten tussen het actuele salaris van een werknemer en de dagloonberekening van het UWV. Lang niet altijd wordt het verschil met de feitelijke uitkering van het UWV nog gecorrigeerd wanneer de WAZO-uitkering bekend is.
Dit kan leiden tot een situatie dat de medewerker te weinig heeft ontvangen. Maar het kan ook leiden tot een situatie waarbij er te veel is uitgekeerd aan de medewerker. Dat mag natuurlijk, maar dit is niet altijd wenselijk. En feitelijk moet het doorbetaalde bedrag weer worden gesplitst in uitkering en aanvullende betaling voor het extra betaalde bedrag, om het helemaal juist te verwerken in de salarisadministratie.
Door de manier waarop het dagloon wordt berekend, kan dit dus hoger of lager zijn dan het actuele salaris. Dit kan bij elke medewerker en elke uitkering weer anders zijn.
Dat komt doordat het UWV als basis van de dagloonberekening uitgaat van het SV-loon van het refertejaar, het jaar voorliggend aan een maand voor de aanvraag van de uitkering. Hierin zitten de twee grootste oorzaken van de verschillen.
Ten eerste natuurlijk het refertejaar. De salarisgegevens van een jaar terug kunnen natuurlijk heel anders zijn dan het actuele salaris. Zeker met de loonontwikkeling van de laatste tijd.
Ten tweede het SV-loon. Het SV-loon kan door verschillende oorzaken afwijken van het brutosalaris:
Bovendien zijn er bij de dagloonberekening nog een aantal bijzonderheden waar we rekening mee moeten houden:
Om de dagloonberekening eerder beschikbaar te hebben, bijvoorbeeld bij betaald ouderschapsverlof, vragen sommige werkgevers direct voor 1 week een uitkering aan. Zo is het dagloon al eerder bekend.
Maar het is dus, als je bovenstaande rekenwijze aanhoudt, ook mogelijk om het dagloon zelf (of via een tool) te berekenen. Hiermee voorkom je dus dat er later nog veel moet worden gecorrigeerd.
Nog een belangrijke reden om dit zelf te kunnen berekenen is om de berekening van het UWV te kunnen controleren. Het kan namelijk voorkomen dat het UWV het dagloon niet juist heeft berekend.
Altijd de hoogte blijven van de tips & actualiteiten?
Volg ons op Linkedin en mis geen enkele blog!